Werk jij dagelijks achter een computer? Dan belast je ongemerkt je polsen meer dan je denkt. Vooral als je veel typt of de muis intensief gebruikt, loop je risico op klachten of aandoeningen. Eén van de bekendste is het carpaal tunnelsyndroom. In deze blog lees je wat dit precies is, hoe je het herkent én hoe je jouw polsen gezond houdt tijdens het werken.
Wat gebeurt er met je pols bij langdurig beeldschermwerk?
Herhaalde bewegingen en een verkeerde houding kunnen zorgen voor druk op een zenuw in je pols: de nervus medianus. Deze loopt door de zogenaamde ‘carpale tunnel’, een nauwe doorgang aan de handpalmzijde van je pols. Zwelling in dit gebied zorgt voor beknelling van de zenuw. Dat kan klachten geven zoals tintelingen of krachtverlies. Dit noemen we het carpaal tunnelsyndroom (CTS).
De oorzaak? Meestal een combinatie van factoren zoals:
- Langdurig repeterende bewegingen (zoals typen of muizen)
- Onjuiste werkhouding of slechte ergonomie
- Zwangerschap, diabetes of schildklieraandoeningen
- Een eerdere breuk of reumatische aandoening
Hoe herken jij het carpaal tunnelsyndroom?
Vraag jij je af of jouw klachten iets te maken hebben met CTS? Let dan op deze signalen:
- Tintelingen of een doof gevoel in je duim, wijsvinger, middelvinger en ringvinger
- Pijn in je hand of pols, soms uitstralend naar je arm of schouder
- Nachtelijke klachten waarbij je wakker wordt van een ‘slapende hand’
- Problemen bij dagelijkse handelingen zoals fietsen, koken of lezen
- Krachtverlies: je laat bijvoorbeeld een glas zomaar uit je hand vallen
De pink blijft meestal buiten schot. Vaak spelen de klachten in beide handen, al is één kant meestal duidelijker aanwezig.
Kun je CTS voorkomen als je veel achter een bureau zit?
Ja, zeker. Een goede werkhouding is de eerste stap. Zorg voor een ergonomisch ingerichte werkplek met een rechte zithouding en voldoende ondersteuning voor je onderarmen. Houd je polsen recht tijdens het typen en gebruik eventueel een polssteun bij het muizen.
Daarnaast is afwisseling belangrijk. Zit niet te lang in dezelfde houding en neem elk halfuur een korte pauze. Even losdraaien, handen uitschudden of je vingers strekken helpt al. Zo geef je je spieren en zenuwen de ruimte om te herstellen.
Extra tips:
- Vermijd het buigen van je pols tijdens rustmomenten (bijvoorbeeld ’s nachts)
- Gebruik een spalk als ondersteuning bij klachten
- Let op signalen van je lichaam en onderneem tijdig actie
Wat als de klachten aanhouden?
Blijven de klachten terugkomen of nemen ze toe? Dan is het verstandig om een arts in te schakelen. Een neuroloog kan onderzoeken of er sprake is van CTS. Dit gebeurt met een zenuwechografie of een EMG (zenuwgeleidingsonderzoek).
Behandelmogelijkheden zijn onder andere:
- Rust en pijnstilling: vaak in combinatie met een polsspalk
- Injectie: een ontstekingsremmer direct in de carpale tunnel
- Operatie: een kleine ingreep waarbij de tunnel wordt verruimd
De meeste behandelingen zijn effectief. Hoe eerder je erbij bent, hoe sneller en beter het herstel.
Laat klachten niet doorsudderen
Werk je veel met je handen of zit je urenlang achter een scherm? Dan is het belangrijk om alert te blijven op polsklachten. Het carpaal tunnelsyndroom komt vaker voor dan je denkt en kan jouw werkplezier flink beïnvloeden.
Merk je klachten op? Laat ze tijdig beoordelen door een arts. Zo voorkom je langdurige overbelasting én blijvende schade.